Unknown 02
Zelf vond Paul dat hij niets mankeerde, maar zijn vrouw herkende de symptomen van een bipolaire stoornis. Paul vertelt in dit verhaal over deze periode en de hulp die hij gekregen heeft.

Van welke klachten had je last voordat je hulp zocht? 

“Ik had nergens last van. Ik vond dat ik niets mankeerde. Achteraf bleek dat ik toen al psychotisch was. Ik kan me van die psychose en hoe ik was niet veel meer herinneren. Mijn vrouw vertelde dat ik vreemd gedrag vertoonde. Mijn oma viel en bloedde uit haar knie. Ik dacht dat ik speciale krachten had en met een vinger het bloeden kon stoppen. Daar was ik heilig van overtuigd. Ik was argwanend en mijn denken, mijn voelen, alles ging sneller. Ook zag ik dingen die er in werkelijkheid niet waren. Ik vroeg mijn vrouw voor de tv weg te gaan, omdat ik voetbal aan het kijken was. Er was blijkbaar alleen een sneeuwbeeld op tv, maar ik hield vol dat er een voetbalwedstrijd te zien was.” 

Wat was het moment waarop je besloot om hulp te zoeken? 

“Mijn vrouw heeft me gered. Bij ons in de familie hebben meer mensen een bipolaire stoornis. Mijn vrouw herkende daarom mijn gedrag. Dat is mijn geluk geweest. Zij heeft contact opgenomen met de huisarts, de crisisdienst ingeschakeld. Mijn vrouw is doortastend.”  

icon-quote

Mijn vrouw herkende mijn gedrag. Dat is mijn geluk geweest.

Welke stap heb je als eerste gezet om hulp te zoeken? 

“Keer op keer kwam de crisisdienst langs, maar ik bleef ontkennen dat er iets mis met me was. Medicatie wilde ik niet. Ik was argwanend naar hulpverleners. Totdat er weer een mevrouw kwam van de crisisdienst en ik tenslotte zei: ‘Ik ga met je mee en dan mag je me vijf dagen observeren. Dan ga je zien dat er niets met me aan de hand is.’ Tijdens mijn opname heb ik een aantal dagen geslapen en werd ik rustig. Na mijn opname mocht ik naar huis, maar dan moest ik wel medicijnen slikken. Dat heb ik gedaan, want ik wilde niet terug naar de kliniek.”  

Welke hulp heeft jou geholpen? 

Na een paar maanden werd ik depressief en lag ik maandenlang op bed. De psychiater schreef antidepressiva voor. Toen weer een manische periode volgde, was het advies om het medicijn lithium te gaan gebruiken. Maar ik was anti-medicijn en wilde dat niet. Na een aantal terugvallen en onder druk van mijn vrouw, ben ik het toch gaan gebruiken. Dat hielp. Ik heb regelmatig gesprekken met de psychiater, inmiddels nog maar één keer per drie maanden. Ik heb een stabiel leven. 

Heb je een tip voor iemand die zich herkent in jouw klachten? 

Praat erover. Ik ben open over mijn bipolaire stoornis, het helpt me om het te accepteren. Ik heb een groot sociaal netwerk, die mensen hebben in die moeilijke tijd mij en mijn vrouw geholpen. Mijn vrouw en ik zijn nu 30 jaar getrouwd.  We hebben hobbels gekend in ons leven, maar wij overwinnen het samen.